info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Judaicanon

Judaicanon Venster 3 - Baruch de Spinoza

Baruch de Spinoza is de beroemdste filosoof van Nederland. Hij is gezichtsbepalend geweest voor het westerse denken. Spinoza werd in 1632 in Amsterdam geboren als Baruch d’Espinoza. Hij was de zoon van joodse ouders die uit Portugal waren gevlucht. Hij overleed in 1677 in Den Haag aan een longziekte. Spinoza, die tamelijk sober leefde, verdiende de kost met het slijpen van brillenglazen en lenzen voor microscopen. Zijn ziekte is waarschijnlijk verergerd door het stof dat hij daarbij had ingeademd.

Spinoza's roepnaam was Bento, Portugees voor het Hebreeuwse Baruch en het Latijnse Benedictus, met de betekenis ‘de gezegende’. Hij leerde Nederlands, Portugees, Spaans, Hebreeuws en schreef later in het Latijn. Na zijn joodse opvoeding kwam hij in 1656 in conflict met de joodse gemeenschap in Amsterdam. Vermoedelijk niet omdat hij kritisch stond tegenover het orthodox-joodse geloof en er ketterse opvattingen op na zou houden, maar vooral omdat hij zich niet wilde schikken naar de voorschriften van de joodse gemeenschap. Zo schakelde hij waarschijnlijk in een erfeniskwestie de Nederlandse in plaats van de joodse rechtbank in.

Veel werk publiceerde Spinoza niet of onder een schuilnaam. Want hoewel de Republiek tolerant was in vergelijking met de omringende landen en open stond voor kritische denkbeelden, moest Spinoza toch op zijn hoede zijn.  Zijn belangrijkste werk, de Ethica, werd pas na zijn dood gepubliceerd.

In zijn boek Tractatus theologico-politicus legde Spinoza de grondslag voor een vrijzinnige uitleg van de bijbel en in de Tractatus politicus toonde hij zich een voorstander van de democratie. Hij wees daarbij op het grote belang van vrijheid van meningsuiting.

In de Ethica Ordine Geometrico Demonstrata trachtte Spinoza de mensen te leren hoe ze verlichting van hun lijden konden vinden. Het boek was geen filosofie om de filosofie, maar had een praktisch doel. Het ging Spinoza om het inzicht dat God niet buiten de schepping staat, maar dat alles – inclusief de mens zelf – een verschijning van God is. Daartoe was het van groot belang onafhankelijk en vrij van aanvechtingen te zijn. Zo gedroeg Spinoza zichzelf ook: hij liet zich niet provoceren, maar bleef kalm en redelijk in zijn argumenten. Velen hebben erover geklaagd dat de Ethica zo moeilijk te lezen is. Maar daarmee zou Spinoza niet gezeten hebben. De laatste zin van het boek luidt: ‘Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam.’

Bron:
Ontleent aan en bewerkt naar: De Canon van de Nederlandse Geschiedenis.

Ingebracht door: Redactie van het Judaica-Bulletin.